2. Opzoeken in de bijbel

De Bijbel is een enorm dik boek waar heel veel boeken in staan met daarin verhalen in. Daarom is het belangrijk dat je weet hoe je iets moet opzoeken en kan terugvinden in je Bijbel. Hieronder gaan we je uitleggen hoe je dat moet doen.
Je kan dit stappenplan downloaden om zelf af te drukken en tussen je Bijbel te steken als bladwijzer (of wie weet hebben je catechisten dat al voor jou gedaan).

Stap voor stap op zoek in de Bijbel naar:
Mar. 1, 16-20

Opgelet! Bij het voorbeeld in deze uitleg maken we gebruik van de Bijbel in Gewone Taal – weggeefeditie. Heb je deze niet, dan kan je hem online raadplegen. Het stappenplan is identiek voor andere uitgaven van de Bijbel, maar de paginanummering uiteraard niet.

Stap 1

De letters staan voor een boek in de Bijbel. Zoek in de lijst met afkortingen het juiste boek op.
(de lijst staat ook op de achterkant van de bladwijzer)

Mar. = Marcus (het Evangelie volgens Marcus)

Stap 2

Zoek in de inhoudstabel van je Bijbel op welke pagina je dit boek kan terugvinden en blader naar deze pagina.

Inhoudstabel p. 5: Marcus – p. 650

Stap 3

Een boek in de Bijbel bestaat uit verschillende hoofdstukken. Het hoofdstuk dat je nodig hebt staat vlak na de afkorting. In je Bijbel worden hoofdstukken meestal aangegeven met grotere getallen.

1 = hoofdstuk 1 – p. 650

Stap 4

Elk hoofdstuk is nog onderverdeeld in verzen. Dat zijn de kleine nummertjes in de tekst. Na het hoofdstuknummer staat vaak een komma met daarachter nog getallen. Dit zijn de verzen. Staat er maar één getal dan gaat het om één vers. Staan er meerdere getallen met een streepje ertussen dan gaat het over al de verzen tussen de twee getallen.

16-20 = verzen 16, 17, 18, 19 en 20

Stap 5

Lezen maar!
Als je alles juist hebt opgezocht heb je normaal deze tekst gelezen:

“Op een dag liep Jezus langs het meer van Galilea. Daar zag hij twee broer: Simon en Andreas. Het waren vissers. Ze gooiden hun netten uit in het water. Jezus zei tegen hen ‘Kom, ga met mij mee. Ik zal jullie leren mensen te vangen in plaats van vissen.’ Meteen lieten Simon en Andreas hun netten liggen , en gingen met Jezus mee. Een eindje verder zag Jezus twee andere broers: Jakobus en Johannes. Hun vader heette Zebedeüs. Jakobus en Johannes zaten in hun boot netten te repareren. Toen Jezus hen riep, gingen ze met hem mee. Ze lieten hun vader met zijn arbeiders in de boot achter.”

Tijd om dit in te oefenen!

Opgelet! Voor deze opdrachten gebruik je de Bijbel in Gewone Taal. Heb je deze niet, dan kan je hem online raadplegen.

Opdracht 1

Hieronder vind je een kruiswoordraadsel waarbij je woorden moet opzoeken in de Bijbel die je hebt gekregen. De aanwijzingen staan er onder. Heb je een woord gevonden dan kan je het hier invullen. Kleurt het woord groen dan heb je het juist; kleurt het rood dan is het jammer genoeg fout.
(Across = horizontaal; Down = verticaal)

Crossword Puzzle Maker

Doe je deze opdracht liever op papier? Geen probleem, je kan het hier downloaden en zelf afdrukken! De verbetersleutel kan je terugvinden onderaan deze pagina.

Opdracht 2
  1. Zoek deze drie verhalen op in je Bijbel:
    1Sam. 17, 48-50
    Re. 16, 28-30
    Joh. 13, 2-5
  2. Kies het verhaal dat je het meest aanspreekt en neem het mee naar een plek buiten je eigen huis waar jij rustig in de Bijbel kan lezen: je favoriete rustige plaats!
  3. Neem daar één foto van jezelf (desnoods nog aangevuld met anderen van je gezin) terwijl je het gekozen verhaal uitbeeldt.
  4. Stuur de foto samen met de locatie waar je de foto getrokken hebt en het Bijbelverhaal waardoor je je hebt laten inspireren door naar de catechisten via mail of WhatsApp. Zij zullen de foto’s verzamelen en er een ‘Bible Drops’ van maken. Op een grote kaart gaan ze dan jullie foto’s hangen zodat jullie kunnen zien waar er allemaal in de Bijbel wordt gelezen!

PROFICIAT, JE HEBT DEEL 2 VOLLEDIG AF!